Ten eerste is daar tot 11 juni in het MoMa op de zesde verdieping Cindy Sherman. Ze staart je direct driemaal levensgroot aan in respectievelijk een bowlingoutfit, een krijgerskostuum en een veel te groot stoffen Adamskostuum. En dat doet ze eigenlijk de hele tentoonstelling lang. Op afstand. Solistisch. Haar kijk op maatschappelijke ontwikkelingen wordt door haar op bizarre wijze de wereld in gestaard.
Zijzelf is het model, de styliste, de fotograaf en de grimeuse. Elke fotoverzameling representeert een thema zoals sex en porno, de kredietcrisis, mode, Aids en verval, Sprookjes, oude meesters. En op alle foto’s heeft ze zichzelf vastgelegd. In haar eentje. Vanaf de jaren 70 tot nu.
Vaak zijn de foto’s gemanipuleerd en de vraag blijft wie ze zelf nou eigenlijk is. Het is zo’n verzameling die je niet meer vergeet en waarvan je jaren later nog exact weet wat er te zien was. Sommige foto’s zijn prachtig bizar, vervreemdend en andere zijn walgelijk, wanstaltig ronduit smerig. Maar ze komen wel allemaal binnen.
Kijken dus!
Van een heel ander kaliber en daardoor des te leuker is de kleine intieme tentoonstelling over Rembrandt als inspiratiebron voor Degas in het Metropolitan.
Deze expositie is samengesteld door het rijksmuseum in Amsterdam en laat kleine zelfportretjes zien. De New York times had als kop ‘Soul searchers but not Soul Mates’. Ik heb eigenlijk nog nooit met mijn neus zo dicht op een Rembrandt kunnen staan en ‘de ziel van de portretjes’ zo kunnen bekijken. Mooi!
Tot 20 mei in het Metropolitan Museum
En dan de derde. Veel conceptueler dan de eerste twee is de tentoonstelling van 3 kunstenaars in The New Museum op de Bowery. Dit museum zet je meestal enorm aan het denken als je er al iets van begrijpt. Maar prikkelend is het zeker. Nu daar te zien The Ungovernables. Over vrijheid en onvrijheid van denken in deze wereld. Tenminste dat heb ik er van gebakken. Van verslaving tot slavernij, van IT-cultuur tot Islam. Ervaringskunst!